BAT-Gezin


Financieel noodplan
 
De Nederlandsche Bank heeft eind 2011 alle pensioenfondsen in Nederland en dus ook úw pensioenfonds verzocht om vóór 1 mei 2012 een financieel noodplan op te stellen. Dit financieel noodplan is een beschrijving van maatregelen die het pensioenfonds snel kan inzetten als de dekkingsgraad van het pensioenfonds zo laag is dat de opgebouwde pensioenaanspraken en uitkeringen in gevaar komen. Omdat deze situatie niet zomaar en ineens ontstaat gaan wij verder dan De Nederlandsche Bank minimaal van ons vraagt. Wij hebben verschillende financiële situaties benoemd, waarbij het pensioenfonds het gevoerde beleid dient te evalueren en zo nodig dient bij te sturen. Wij spreken daarom niet over een plan dat alleen in crisis kan worden gebruikt, wij spreken over een financieel noodplan welke in verschillende situaties een goede basis biedt om ook in onrustige tijden alles overziende besluiten te nemen. Het financieel noodplan is dus niet een beschrijving van wat het pensioenfonds gaat doen in noodsituaties, het geeft echter wel een beschrijving wat de mogelijkheden zijn in de verschillende situaties. Immers, iedere situatie is anders en heeft een andere aanpak nodig.

In het financieel noodplan worden de kritische situaties vanuit twee oogpunten benaderd. Het pensioenfonds heeft de ambitie om de pensioenaanspraken en de pensioenuitkeringen jaarlijks te verhogen met een toeslag. Daarnaast zet het pensioenfonds zich in om de bestaande pensioenaanspraken en de pensioenuitkeringen zoveel mogelijk te waarborgen.

Zolang het pensioenfonds een (wettelijke) reële dekkingsgraad van meer dan 100% heeft, kan een volledige toeslag worden toegekend en is er geen sprake van een verhoogde alertheid voor het bestuur. Hiervan is wel sprake als de (wettelijke) reële dekkingsgraad onder 100% is en er nog een gedeeltelijke toeslag mogelijk is. Het financieel noodplan beschrijft welke middelen het bestuur beschikbaar staan om uit deze situatie te groeien. Indien er geen financiële ruimte is voor toeslagverlening wordt de alertheid verhoogd om rekening houdend met de situatie van het pensioenfonds als gesloten pensioenfonds en de marktomstandigheden uit te kijken naar mogelijkheden om de groei in dekkingsgraad te ondersteunen. De hoogste staat van alertheid wordt bereikt als uit berekeningen blijkt dat het verwachte toeslagresultaat onder de vastgestelde ondergrens van de risicohouding komt.

Aan de hand van de actuele dekkingsgraad kan worden vastgesteld of het pensioenfonds voldoende financiële middelen in huis heeft om de pensioenuitkeringen van nu en in de toekomst te betalen. Omdat deze dekkingsgraad erg afhangt van de economische situatie op een moment heeft de wetgever bepaald dat voor kritische situaties naar de beleidsdekkingsgraad moet worden gekeken, welke een gemiddelde is van de actuele dekkingsgraad over een periode van 12 maanden. Dit doet het pensioenfonds dus ook.

Als de beleidsdekkingsgraad hoger is dan 100% plus de wettelijk benodigde financiële buffers is er geen sprake van verhoogde alertheid. Op het moment dat er op basis van de beleidsdekkingsgraad onvoldoende buffers aanwezig zijn is de alertheid verhoogd. Er is dan ook sprake van een herstelplan. Het pensioenfonds moet dan in het herstelplan aangeven hoe het aan de benodigde financiële buffers kan voldoen. In het financieel noodplan staan de maatregelen die het bestuur hiervoor kan inzetten.

De volgende kritische grens in het financieel noodplan is als de beleidsdekkingsgraad onder het niveau komt dat het pensioenfonds de bestaande pensioenaanspraken en pensioenuitkeringen kan garanderen. Er is nog steeds een herstelplan van toepassing. Inzet van maatregelen en het herstel zal in deze fase nog voldoende zijn om uit de noodsituatie te groeien. Dit is niet het geval als de beleidsdekkingsgraad onder de kritische dekkingsgraad komt. In dat geval zou het pensioenfonds de pensioenaanspraken en pensioenuitkeringen moeten verlagen. In het verleden gemaakte afspraken tussen het pensioenfonds en de werkgever voorkomen dit, doordat de werkgever een herstelbijdrage financiert. Deze bijdrage is voldoende om te voorkomen dat het pensioenfonds de pensioenaanspraken en pensioenuitkeringen moet verlagen. De hier bedoelde afspraken tussen het pensioenfonds en de werkgever zijn vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomst en gelden zolang de uitvoeringsovereenkomst van toepassing is.

Het financieel noodplan geeft het pensioenfonds dus overzicht van de beschikbare maatregelen in verschillende financiële situaties. Zo houdt het pensioenfonds alle touwtjes in handen, ook in onrustige tijden.